Historiek

Inhoud

  • Kerk en parochie Onze-Lieve-Vrouw Geboorte
  • Onze Lieve Vrouw van Vlaanderen (Lied)

Kerk en parochie Onze-Lieve-Vrouw Geboorte


De geschiedenis van de kerk en van de parochie van Onze-Lieve-Vrouw Geboorte voert ons terug naar het einde van de 18de eeuw, naar de tijd van keizerin  Maria Theresia. Lint was toen nog een gehucht van Kontich. De voettocht van Lint naar de parochiekerk van Kontich duurde een uur. Sommige inwoners van Lint  waren zelfs anderhalf uur onderweg. In het gehucht stond langs de baan van Kontich naar Lier in die tijd enkel een kapelletje: het kapelletje  van Onze-Lieve-Vrouw-op-‘t-staaksken.

De toenmalige pastoor van Kontich, de Lierenaar Jan Baptist De Lièvre, besefte dat het op de weg naar Lier gelegen gehucht nood had aan een behoorlijke kerk of kapel waar een van zijn onderpastoors dienst zou doen. In 1766 werd een verzoek in die zin gericht aan de Raad van Brabant.
Een jaar later, in 1767,  kreeg pastoor De Lièvre een extra onderpastoor die hij kon inzetten in Lint. De Lièvre zou evenwel de bouw van een grote kapel in Lint zelf niet meer meemaken. Hij overleed in 1768.  Met de bouw van het Lintse gebedshuis werd pas in 1770 begonnen. Na enkele maanden was de rechthoekige  kapel voltooid.

Het gehucht Lint beschikte nu wel over een vrij ruime kapel, maar de onderpastoor van Kontich geraakte wegens  de slechte staat van de wegen niet steeds tijdig in Lint. Dat leidde tot heel wat wrevel bij de bevolking.  De Lintenaren lanceerden onder meer daarom in 1772 het verzoek  dat hun kapel zou gepromoveerd worden tot parochiekerk met een eigen pastoor.

Het duurde evenwel ruim 70 jaar voor Lint officieel zijn parochiale zelfstandigheid verwierf. Gedurende zeven decennia  moest Lint het stellen met een onderpastoor uit Kontich. De belangrijkste was Adriaan Eykens die in augustus 1813 het zielenheil van de Lintenaren op zich nam. In 1823, tien jaar na het aantreden van Eykens,  kreeg het gehucht Lint al een zekere mate van geestelijke zelfstandigheid ten opzichte van de parochie Sint-Martinus van Kontich.  Het zou evenwel nog ruim 20 jaar duren vooraleer Lint zijn volledige parochiale onafhankelijkheid verwierf.  Toen in 1840 de grens tussen de parochie van Lint en die van Kontich werd vastgelegd, strekte de parochie van Lint zich uit over een groot gedeelte van het huidige Kontich-Kazerne.

De kapel van Lint uit 1770 was intussen al veel te klein geworden. Het gebouw moest dringend worden vergroot.  In augustus 1841 gingen de werken van start. De bestaande kapel werd onder het toeziend oog van Adriaan Eykens uitgebreid met het huidige koor en met de huidige kruisbeuk.
Uiteindelijk werd de kapel van het gehucht Lint  bij koninklijk Besluit van 11 juli 1842 officieel verheven tot hulpkerk. De kerk- en altaarwijding vond plaats op 2 oktober 1843, dertig jaar nadat  Eykens zielenherder van de Lintenaren was geworden. Hij werd de eerste volwaardige  pastoor van Lint.
Lint anno 1900

Het kerkgebouw zoals dat  in 1843 werd ingewijd had evenwel nog niet zijn huidige uitzicht. Wat er nog ontbrak was een statige toren.  Die werd pas vier jaar later opgetrokken. Op 15 november 1847 waren de werken voltooid.

Pastoor Eykens kon nog 17 jaar genieten van zijn nieuwe toren. Hij overleed in 1864 nadat hij het jaar ervoor op 83-jarige leeftijd zijn ontslag als pastoor van Lint had gegeven. Eykens was een halve eeuw de zielenherder van de Lintenaren geweest. Zes jaar na de dood van de man die de grens tussen de parochie van Lint en de parochie van Kontich mee had vastgelegd, werd het Kontichse gehucht Lint een onafhankelijke gemeente.

In de loop van haar geschiedenis werd ook het interieur van de kapel en de kerk verfraaid. De meest opvallende ingreep dateert van 1932/1933 toen de glasramen boven het altaar en in het schip werden aangekocht. Ze zijn afkomstig uit de oude Sint Laurentiuskerk in Antwerpen die werd afgebroken om plaats te maken voor een groter en modern gebedshuis.



Glasraam boven altaar





Interieur anno 2014


In dezelfde periode werd in Kontich-Kazerne de eerste steen gelegd van de kerk van Onze-Lieve-Vrouw Onbevlekt Ontvangen. De kerk werd ingewijd in 1933. In 1952 kreeg de kapelanie het recht van dopen, trouwen en begraven. De parochie van Lint, die zich sinds 1840 uitstrekte tot over de spoorweg Antwerpen-Brussel, zag als gevolg hiervan haar grondgebied inkrimpen. Op 1 december 1966 kreeg de kerk van Kontich-Kazerne de status van parochiekerk.

Onze Lieve Vrouw van Vlaanderen (lied)


Onze-Lieve-Vrouw-Geboorte


Liefde gaf U duizend namen
groot en edel schoon en zoet
maar geen één die 't hart der Vlamen
even hoog verblijden doet
als de naam o Moedermaagd
die Gij in ons landje draagt
schoner klinkt hij dan al d'anderen
Onze Lieve Vrouw van Vlaanderen
Waar men gaat langs Vlaamse wegen
oude hoeve, huis of tronk
Komt men U Maria tegen
staat uw beeltenis te pronk;
lacht ons toe uit lindengroen
bloemenkrans of blij festoen
moge 't nimmer hier veranderen
O Gij Lieve Vrouw van Vlaanderen
Blijf in 't Vlaamse harte tronen
als de hoogste Koningin
als de beste Moeder wonen
in elk Vlaams huisgezin.
Sta ons bij in alle nood
nu en in het uur der dood
ons, Uw kinderen en ook d'anderen
Liefste Lieve Vrouw van Vlaanderen